Cornelia de Lange syndroom

Uitgangsvraag

Wat is de leeftijd en oorzaak van overlijden bij Cornelia de Langesyndroom?

Methode: evidence-based

Aanbevelingen

  • Houd rekening met gastro-intestinale problemen als oorzaak van overlijden en daaraan gerelateerd (aspiratie)pneumonie en verstikken door slikproblemen. Schakel daarom ter bevordering van kwaliteit van leven een logopedist in voor slikonderzoek en advies t.a.v. consistentie van eten.
  • Houd rekening met de atypische, relatief milde presentatie van volvulus waarbij pijn vaak niet vastgesteld kon worden.

Algemene beschrijving van de literatuur

Bijdragend aan inzichten uit basisliteratuur, identificeerde de literatuurzoektocht één relevante studie:

  • Schrier et al. includeerden retrospectief 426 cliënten tussen de 21 weken en 61 jaar met een bevestigde klinische diagnose van het Cornelia de Lange syndroom die stierven in de periode tussen 1966 en 2007, waarbij er naar de leeftijdsspecifieke doodsoorzaken gekeken werd [Schrier 2011].

Kwaliteit van het bewijs

De studie van Schrier et al. was retrospectief [Schrier 2011]. De duur van follow-up was onduidelijk want niet alle gegevens waren voor alle cliënten beschikbaar. Een multivariate analyse werd niet uitgevoerd. De doodsoorzaak werd specifiek beschreven bij een groep van 97 volwassenen.

Leeftijd bij overlijden

Het Cornelia de Lange syndroom kent iets verhoogde sterftecijfers met name bij minderjarigen [Carey 2021, GeneReviews, 1993-2021]. Bij afwezigheid van ernstige aangeboren afwijkingen van interne organen is de levensverwachting op basis van lichamelijke factoren niet statistisch significant verminderd [GeneReviews, 1993-2021].

Dertig cliënten (10%) stierven tijdens de neonatale periode (0-28 dagen), 51 cliënten (17%) in de periode tussen 29 dagen en 1 jaar, 117 cliënten (40%) in de periode tussen 1 en 18 jaar en 97 cliënten na de leeftijd van 18 jaar (33%). Cliënten die de volwassen leeftijd haalden, stierven gemiddeld op de leeftijd van 28 jaar [Schrier 2011].

Mortaliteit

Voorspellende factoren voor mortaliteit werden niet bestudeerd.

Doodsoorzaken

Gastro-oesofageale refluxziekte is in wisselende mate veelvoorkomend bij het Cornelia de Lange syndroom. Onbehandeld kan dit in de kinderleeftijd leiden tot mortaliteit als gevolg van een oesofageale stenose [Carey 2021].

Na de leeftijd van 18 jaar zijn de doodsoorzaken respiratoir (32%), gastro-intestinaal (26%), neurologisch (10%), ongeval (9%), cardiovasculair (7%), sepsis (4%) en renaal (1%) [Schrier et al., 2011]. Er waren vijf sterfgevallen door kanker in deze groep, waarvan vier gastro-intestinaal (drie slokdarm, één maag) en één niet-gespecificeerd. Van de respiratoire oorzaken waren 16 sterfgevallen gerelateerd aan reflux/aspiratie, 10 aan bacteriële pneumonie en vijf aan niet-gespecificeerde respiratoire oorzaken. Van de gastro-intestinale sterfgevallen werden 22 toegeschreven aan gastro-intestinale infectie, obstructie of volvulus en één elk aan pancreatitis, de ziekte van Crohn en darmperforatie door een losgeraakte voedingssonde. Sterfgevallen gerelateerd aan neurologische gebeurtenissen werden veroorzaakt door toevallen in vier gevallen, subdurale bloeding in twee gevallen, beroerte in twee gevallen en één geval elk met meningitis en trauma. Twee van de cardiovasculaire sterfgevallen waren gerelateerd aan aangeboren afwijkingen en vijf andere aan pericarditis, hartfalen, myocardinfarct en cardiomyopathie. Schrier et al. bediscussiëren de grote invloed van gastro-oesofageale reflux bij het Cornelia de Lange syndroom, gezien de incidentie van daaraan gerelateerd kankers (drie slokdarm, één maag) [Schrier 2011]. Daarnaast bediscussiëren Schrier et al. het iets verhoogde risico op dodelijke ongevallen.

EBRO Niveau 3

Er zijn aanwijzingen dat bij afwezigheid van ernstige aangeboren afwijkingen de levensverwachting van mensen met het Cornelia de Lange syndroom niet significant verminderd is.

C [GeneReviews 1993-2021]

EBRO Niveau 3

Er zijn aanwijzingen dat de belangrijkste doodsoorzaak van volwassenen met het Cornelia de Lange syndroom respiratoir, gastro-intestinaal en neurologisch zijn en dat acute oorzaken zoals bacteriële pneumonie, volvolus leiden tot een relatief plotseling overlijden en een kort ziekbed.

C [GeneReviews, 1993-2021; Schrier 2011]