Download hele richtlijn

Communicatie

Uitgangsvraag

Wat is het effect van communicatie tussen de zorgverleners en de patiënt op pijn bij patiënten met kanker?

Methode: evidence-based

Aanbeveling

  • Goede communicatie tussen hulpverleners en patiënten met pijn bij kanker en diens naasten is essentieel voor het effect van behandeling op pijnklachten.

Inleiding

Het is aannemelijk dat een goede communicatie zal leiden tot betere besluitvorming, meer ‘compliance’ bij de patiënt en uiteindelijk betere resultaten bij de behandeling van pijn bij patiënten met kanker.

Literatuur

Wat betreft de communicatie tussen hulpverlener en patiënt maakt het tweede nationale onderzoek naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk [Den Brink-Muinen 2004] in de communicatie tussen (professionele) hulpverlener en patiënt onderscheid tussen affectgerichte en taakgerichte communicatie. Affectgerichte communicatie bestaat uit persoonlijke opmerkingen, bezorgdheid of geruststelling, parafrasen. Dit speelt zich af op gevoelsniveau. Taakgerichte communicatie bestaat uit vragen stellen, informatie geven of inwinnen, advisering over medische, therapeutische en/of psychosociale problemen. Dit speelt zich af op rationeel niveau. De hulpverlener dient zich ervan te vergewissen op welk niveau de communicatie tussen hem en de patiënt wordt gevoerd.

Bij de meerderheid van de patiënten bestaat behoefte aan informatie over ziekte en behandelingsmethoden (zie module over voorlichting). Voor hulpverleners heeft patiëntenvoorlichting echter niet alleen als doel het beantwoorden van vragen en het overdragen van kennis. De hulpverlener geeft ook voorlichting om de patiënt in staat te stellen samen met de hulpverlener keuzen te maken en beslissingen te nemen (‘shared decision making’). Dit moet ertoe leiden dat de patiënt zo veel mogelijk zelf de regie blijft voeren. Er is een aantal algemene praktische adviezen waardoor de communicatie tussen hulpverlener en patiënt kan worden geoptimaliseerd [Stam 2001]:

  • Zoek actief contact met de patiënt, nadat de diagnose is gesteld, maar vooral ook later tijdens de behandeling, ook over niet direct medisch-inhoudelijke zaken;
  • Zorg voor een goede kennis van de ziekte, de prognose en de behandelmogelijkheden;
  • De ‘waarheid’ voor de patiënt met kanker is niet zwart-wit. Tot op het laatst houden mensen hoop. Sluit daarbij aan als hulpverlener en sluit aan bij het taalgebruik van de patiënt en zijn familie;
  • Maak uw hulpaanbod concreet: wat kan men van u verwachten, wat zijn de mogelijkheden;
  • Wissel informatie uit met alle andere hulpverleners en verzorgers. 

Het is aannemelijk dat een goede communicatie met inachtneming van de bovengenoemde adviezen zal leiden tot betere besluitvorming, meer ‘compliance’ bij de patiënt en uiteindelijk betere resultaten bij de behandeling van pijn bij patiënten met kanker. Dit geldt ook voor de communicatie tussen hulpverleners en de naasten van de patiënt [Keefe 2003, Miaskowski 1997, Yates 2004b].

De werkgroep is van mening dat een goede communicatie tussen hulpverleners en patiënten met pijn bij kanker en hun naasten bijdraagt aan een betere behandeling van pijn.
(D: Werkgroep)