Signaleren en markeren

Wees op tijd

Vroegtijdige signalering en markering van een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid draagt bij aan de kwaliteit van leven van patiënt en naasten.

Wie?

In principe kan iedereen de palliatieve fase signaleren. Bijvoorbeeld de patiënt zelf, naasten of betrokken professionals en vrijwilligers. Het daadwerkelijke gesprek om de palliatieve fase te markeren wordt gevoerd door de behandelend arts.

Hoe?

Als je signalen hebt die passen bij de laatste levensfase kun je dat toetsen bij evt. collega's en bespreek je dit met de behandelend arts. Voorkomen moet worden dat de patiënt en naasten zomaar met het scenario dat de patiënt binnen afzienbare tijd kan overlijden worden geconfronteerd. Het is belangrijk na te gaan in hoeverre de patiënt en naasten openstaan om in gesprek te gaan en of zij over de veerkracht beschikken om de informatie te verwerken.

Na het markeringsgesprek met een arts worden er acties ondernomen om de palliatieve zorg op te starten. Denk aan proactieve zorgplanning, het maken van een individueel zorgplan en afspraken over coördinatie van zorg.

De gesprekken die gevoerd worden kunnen gaan over het markeren van de start van de palliatieve fase n.a.v. bijv. de surprisequestion. Ook over de vaak geleidelijke overgang van meer ziektegerichte behandeling naar meer symptoomgerichte behandeling en de markering van de stervensfase geven aanleiding tot het houden van markeringsgesprekken.

Contact