Zorg in de stervensfase
Thema

Zorg in de stervensfase

De stervensfase is de laatste fase van het leven van een patiënt waarbij overlijden onvermijdelijk is. Volgens het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland duurt de stervensfase maximaal zeven dagen. Bij zorg in de stervensfase wordt de zorg bedoeld die wordt ingezet voor de patiënt in de laatste dagen van zijn of haar leven. Deze intensieve zorg vraagt voor elke patiënt een andere aanpak.  

Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 9 januari 2025

Wat is de stervensfase?

Met de stervensfase bedoelen we de laatste dagen (tot zeven dagen) van het leven. Er is sprake van een onvermijdelijk 'fysiologisch' proces dat in gang is gezet. Hierdoor is het overlijden naderend. De adviezen op deze pagina zijn gericht op wat haalbaar is om te doen in de laatste levensdagen van een patiënt.   

Naar boven

Waarom is zorg in de stervensfase belangrijk?

Goede zorg in de stervensfase is belangrijk omdat het helpt om de laatste dagen van een persoon zo comfortabel mogelijk te maken. Het zorgt ervoor dat symptomen zoals pijn, angst en ongemak effectief worden bestreden. Hierdoor wordt onnodig lijden voorkomen. Daarnaast biedt het steun aan de patiënt en naasten, wat belangrijk is voor een vredig afscheid en een gezond rouwproces. Het draagt ook bij aan een waardig einde van het leven, waarin de waarden, wensen en behoeften van de patiënt centraal staan. 

Wil je goede zorg bieden in de stervensfase? Dan is het essentieel om patiënten in de stervensfase tijdig te herkennen. Pas het individueel zorgplan aan en/of start met het Zorgpad stervensfase. Zorg ervoor dat ook na het overlijden de zorg respectvol is en eer doet aan de waardigheid, cultuur en levensbeschouwelijke overtuigingen van de patiënt en naasten. 

Naar boven


Hoe herken ik de stervensfase? 


Klik op deze poster of hier voor een grotere afbeelding.

Markering van de stervensfase 

De zorg voor de patiënt in de stervensfase start bij het markeren van de stervensfase. Een stervende patiënt herkennen we aan de hand van de volgende aanwijzingen: 

  • een relatief plotselinge achteruitgang (‘knik in de lijn’) 
  • niet of nauwelijks meer eten en drinken
  • zwakte en bedlegerigheid
  • tekenen van verminderde circulatie
    • zwakke of afwezige pols 
    • verkleuring van de huid (marmering, circulatievlekken) 
    • verminderde tot afwezige urineproductie 
    • verminderd bewustzijn 
  • toenemende en op enig moment onomkeerbare bewustzijnsdaling bij neurologische aandoeningen. 

Late symptomen van de stervensfase zijn: 

  • reutelen 
  • agitatie/terminaal delier 
  • Cheyne-Stokesademhaling. 

Op basis van de klinische observaties van betrokken zorgverleners wordt de stervensfase gemarkeerd. Dit gebeurt in een overleg met, in ieder geval, de arts, verpleegkundig specialist of physician assistent én verpleegkundige of verzorgende. Dit gebeurt bij voorkeur voordat late symptomen van de stervensfase optreden. 

Naar boven


Hoe ziet zorg in de stervensfase eruit? 

Ga, na het markeren van de stervensfase, in gesprek met de patiënt en naasten over wat deze fase betekent. Geef aandacht aan wat ze kunnen verwachten, hoe lang deze fase kan duren en welke ondersteuning er mogelijk is. Zorg ervoor dat patiënt en naasten zich goed begeleid voelen in deze moeilijke periode. Maak hiervoor praktische afspraken en bied hen emotionele steun.

Belangrijke afspraken 
Bespreek met de patiënt of met de wettelijk vertegenwoordiger en/of naasten wat voor hen belangrijk is bij de afronding van het leven, zoals bijvoorbeeld: 

  • aandacht voor de waarden, wensen en behoeften op fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel gebied
  • gewenste plaats van zorg en sterven  
  • goed afscheid en uitvoeren van rituelen
  • wensen en behoeften van naasten tijdens het stervensproces
  • praktische zaken vlak voor en na het overlijden

In de stervensfase ligt de focus op symptoomverlichting voor het comfort van de patiënt. Dit betekent dat onnodige (be)handelingen en routinecontroles, zoals wisselligging geven en saturatie meten, worden vermeden. Samen met de patiënt en/of naasten worden de klachten en mogelijkheden om deze te bestrijden besproken. De benodigde hulpmiddelen en medicatie worden (proactief) geregeld. Het is belangrijk om de patiënt een rustige en vertrouwde omgeving te bieden.  

De zorgverlener is zich bewust van de waarden, wensen en behoeften van de stervende patiënt en naasten. De zorgen, angsten, hoop en verwachtingen van de patiënt in de stervensfase en naasten worden eerlijk en indien gewenst in een open sfeer besproken op een manier die aansluit bij hun cultuur, leeftijd, spiritualiteit en sociale situatie. 

Medicatie
In de stervensfase is het belangrijk om medicatie te heroverwegen en alleen die middelen voort te zetten die bijdragen aan comfort en verlichting van symptomen. Medicatie die niet meer noodzakelijk is, wordt gestopt. Dit zorgt ervoor dat de patiënt zo min mogelijk wordt belast. Daarbij worden waar nodig andere toedieningsvormen gekozen, bijvoorbeeld omdat de patiënt niet meer kan slikken. Het effect en eventuele bijwerkingen van medicatie worden regelmatig geëvalueerd.

Met de betrokken zorgverleners worden afspraken gemaakt over bereikbaarheid en beschikbaarheid. Deze afspraken worden vastgelegd in het individuele zorgplan of het Zorgpad stervensfase. Dit is inclusief een plan voor goede symptoombestrijding. Deze afspraken worden regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien. 

Alle betrokken zorgverleners, in het bijzonder de behandelend arts in de tweede- of eerstelijn, worden zo snel mogelijk geïnformeerd door de regiebehandelaar over het ingaan van de stervensfase of het overlijden van de patiënt. Persoonlijk telefonisch contact gaat, bij voorkeur, vooraf aan een schriftelijk bericht. 

Wanneer er een indicatie is voor de start van palliatieve sedatie, zeker wanneer het gaat om continue palliatieve sedatie, moet de betekenis en uitvoering hiervan goed met de patiënt of wettelijk vertegenwoordiger en/of naasten worden besproken. Zo nodig kan daarbij de hulp van een in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverlener ingeroepen worden. 

Wanneer er nagedacht of gesproken wordt over palliatieve sedatie, gebruik dan de Landelijke Richtlijn palliatieve sedatie en verwijs patiënten en naasten naar Overpalliatievezorg

De zorgverlener informeert de naasten over wat ze kunnen verwachten in de stervensfase en hoe ze de patiënt daarin kunnen begeleiden. Hierbij wordt rekening gehouden met de cultuur, leeftijd, spiritualiteit en sociale situatie. 

In de loop van het stervensproces geeft de zorgverlener advies over de houding, het (stoppen met) toedienen van vocht en voeding en het herkennen van tekenen van aanstaand sterven. 

De zorgverlener heeft aandacht voor de draagkracht en draaglast van de naasten en biedt ondersteuning om mogelijke overbelasting te voorkomen of te verminderen. Zo nodig worden vrijwilligers ingezet. 

Vóór het overlijden wordt met de patiënt en naasten gesproken over het aanstaande verlies en (anticipatoire) rouw en welke reacties daarbij kunnen voorkomen. Al tijdens de laatste levensfase kunnen de patiënt en naasten ondersteuning krijgen bij betekenisvol afscheid nemen. Ook wordt besproken wat de mogelijkheden zijn voor professionele ondersteuning. Wanneer de naaste een andere huisarts heeft dan de patiënt, wordt, wanneer nodig en met toestemming van de naaste, diens huisarts telefonisch geïnformeerd over het naderend overlijden van de patiënt.  

De naasten krijgen ruimte om op een voor hun gepaste manier afscheid van hun dierbare te nemen. Hen wordt gevraagd of zij de laatste zorg aan hun dierbare willen geven. Zorgverleners kunnen hierbij, wanneer nodig, ondersteunen.  

De naasten krijgen de gelegenheid om levensbeschouwelijke of cultuurspecifieke rituelen uit te voeren. Indien gewenst worden zij daarbij ondersteund. 

Erken de emotionele impact van de zorg rondom het levenseinde op de zorgverlener. Let hierbij op de persoonlijke balans en maak gebruik van een vorm van nabespreking (zoals CURA of evaluatie van overlijden in bijv. een MDO).  

Naar boven


Ga aan de slag met zorg in de stervensfase! 

Naar boven

Meer weten over Proactieve zorgplanning?


Naar boven

Recent afgeronde projecten, onderzoek en publicaties 

 
Voor vragen, neem contact op met:
Laatst geactualiseerd: 9 januari 2025
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.