Radionucliden

Uitgangsvraag

Hebben radionucliden een rol bij de behandeling van wervelmetastasen?

Aanbevelingen

De werkgroep is van mening dat bij patiënten met pijnlijke wervelmetastasen op basis van uitgebreide osteoblastische botmetastasering ten gevolge van solide primaire tumoren naast radiotherapie, chirurgie of systemische therapie een behandeling met een radionuclide overwogen kan worden als symptomatische behandeling van pijn. Het gaat dan om patiënten met een diffuse skeletmetastasering en een positieve botscan, die ongevoelig zijn voor een antihormonale of cytostatische behandeling, waarvoor conventionele radiotherapie geen goede optie is.

Met name bij patiënten met diffuse pijnlijke botmetastasen van solide tumoren is systemische toediening van radionucliden effectief gebleken. Radionucliden, zoals 89 Strontium, 153 Samarium en 186 Rhenium en recent ook 223 Radium hebben een affiniteit voor cellen met osteoblastische activiteit en hebben een lokaal antitumor- en pijnstillend effect. Hoewel de meeste studies met radionucliden zijn uitgevoerd bij patiënten met een prostaat- of mammacarcinoom, is het aannemelijk dat deze ook effectief zijn bij patiënten met pijnlijke diffuse osteoblastische botmetastasen van andere solide tumoren. Bij patiënten met pijnlijke wervelmetastasen op basis van uitgebreide osteoblastische botmetastasering ten gevolge van solide primaire tumoren kan naast radiotherapie, chirurgie of systemische therapie een behandeling met een radionuclide overwogen worden als symptomatische behandeling van pijn. Het moet dan gaan om patiënten met een diffuse skeletmetastasering en een positieve botscan, die ongevoelig zijn voor een hormonale of cytostatische behandeling, waarvoor conventionele radiotherapie geen goede optie is. Voor meer informatie en literatuur met betrekking tot radionucliden verwijzen wij naar de tumorspecifieke richtlijnen en de richtlijn Pijn bij kanker op Pallialine en de Richtlijnendatabase.