Rouw
Rouw is een normale reactie op een verdrietige gebeurtenis. Een proces van aanpassing aan een veranderende situatie. Het rouwproces is bij iedereen verschillend. Vaak ervaren patiënt en naasten al gevoelens van rouw tijdens het ziekteproces. Bijvoorbeeld om het verlies van gezondheid, het afhankelijk worden van anderen, het naderend overlijden en/of het loslaten van geliefden.
Kenmerken van rouw
Bij rouw horen ook emotionele en fysieke reacties op het verlies en het aanpassen aan de nieuwe situatie. Denk aan verdriet, eenzaamheid, angst, schuld of boosheid, maar ook aan slaapproblemen, geheugenproblemen of vermoeidheid. Andere onderdelen zijn het betekenis geven aan het verlies en het opnieuw vormgeven van het levensverhaal. Het rouwproces is bij iedereen verschillend. Mensen gaan het verlies soms uit de weg. Of vinden het geven van een nieuwe invulling aan het leven lastig. Luisteren naar het verhaal van de persoon in rouw werkt vaak het beste.
Problemen met rouw en het verwerken van verlies heeft soms jaren later nog veel impact op het leven van nabestaanden. Hen ondersteunen is niet altijd makkelijk. In overleg met hoofdbehandelaar, patiënt en/of naasten is ook doorverwijzing naar een geestelijk verzorger, maatschappelijk werker, psycholoog, psychiater of rouwtherapeut mogelijk.
Na een overlijden besteed je tijd en aandacht aan nabestaanden. Je geeft troost en steun. Je biedt een nagesprek aan voor evaluatie van de zorg. Dat is belangrijk voor nabestaanden én zorgverleners.
Rouw bij (jonge) kinderen
Kinderen rouwen net als volwassenen, maar laten dit anders merken. Dit hangt af van hun ontwikkelingsfase en van wat ze al weten en begrijpen over de dood. Soms lijkt het alsof er niets gebeurd is; ze gaan door met hun bezigheden. Zij laten gevoelens zien door te spelen zien. Het verwoorden komt vaak later in hun leven.
Rouw van zorgprofessionals
Rouw van zorgprofessionals in de palliatieve zorg laat zich anders zien dan die van naasten. Het vraagt om blijvende aandacht. Het vaker meemaken van het verlies van patiënten leidt soms tot overbelasting, empathie-vermoeidheid of een burn-out bij zorgprofessionals.