Signaleren en markeren palliatieve fase
Waarom
Vroegtijdige signalering en markering van een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid, draagt bij aan de kwaliteit van leven van patiënten en naasten.
Wie
Signalering kan in principe door iedereen (professionals, patiënt, naaste etc.) plaatsvinden. Het daadwerkelijke markeringsgesprek(ken), vindt plaats door de behandelend arts.
Hoe
Degene die signaleert bespreekt dit met de behandelend arts. Deze exploreert of de patiënt en naaste(n) openstaan om het gesprek aan te gaan en bepaalt vervolgens of het signaal leidt tot een markeringsgesprek met de patiënt/naaste(n). Zo ja, dan volgt het markeringsgesprek(ken). Zo nee dan blijft de behandelend arts monitoren.
Na het markeringsgesprek onderneemt de behandelend arts acties om de palliatieve zorg op te starten. Hieronder vallen acties als het proactieve zorgplanning, het maken van een individueel zorgplan en afspraken over coördinatie van zorg.
Het is niet alleen van belang om het laatste jaar van de palliatieve fase te markeren; ook dient de markering van de vaak geleidelijke overgang van meer ziektegerichte behandeling naar meer symptoomgerichte behandeling en de markering van de stervensfase plaats te vinden.
Kwaliteitskader standaard
Patiënten in de palliatieve fase worden tijdig herkend
Vroege herkenning van de palliatieve fase- en inherent daaraan een ander doel van de zorg hanteren- vergt een wezenlijk andere benadering van de patiënt. Het gaat om zorg waarbij kwaliteit van leven en sterven voorop staat en waarin de voor- en nadelen in het licht daarvan tegen elkaar worden afgewogen. Dit in tegenstelling tot een behandeling waarvan de belasting en bijwerkingen noodzakelijkerwijs worden geaccepteerd vanwege de beoogde doelstelling tot genezing. Een dergelijke verandering van doelstelling moet worden gemarkeerd en geëxpliciteerd.