De relatie van de patient met de huisarts voor en na proactieve zorgplanning; een voor- en nameting
- Datum publicatie 9 september 2022
- Auteur Annicka van der Plas
- Soort publicatie artikel
- Gebruiker Huisarts, Praktijkondersteuner, Verpleegkundige
- Doelgroep Kwetsbare ouderen, Ouderen
Introductie
Huisartsen hebben een centrale positie in de zorg voor ouderen en kunnen vanuit die positie een belangrijke rol hebben in proactieve zorgplanning (ACP). De rol van vertrouwen is nog onduidelijk. Onze onderzoeksvragen:
- Is er een associatie tussen de arts-patiënt relatie (gevoel van de patiënt dat de huisarts hem/haar kent; vertrouwen dat de huisarts goede zorg levert aan het levenseinde; vertrouwen dat de huisarts wensen van de patiënt volgt aan het levenseinde) voor ACP en het hebben van een ACP-gesprek tijdens de implementatieperiode?
- Is er een associatie tussen het hebben van een ACP-gesprek en een eventuele verandering (voor-na) in de arts-patiënt relatie gedurende de implementatieperiode?
Methodiek
Vragenlijsten werden uitgestuurd naar patiënten van 75 jaar of ouder voor implementatie van ACP en veertien maanden later. ACP werd geïmplementeerd in tien huisartsenpraktijken en twee woonzorgcentra waar de huisarts hoofdbehandelaar is. Om de associatie tussen ACP en de arts-patiënt relatie voor ACP te onderzoeken is multivariabele logistische regressie uitgevoerd. Om de associatie tussen de eventuele verandering van de arts-patiënt relatie (voor-na) implementatie en ACP te onderzoeken is een generalized ordered logistic regression uitgevoerd.
Resultaten
ACP-gesprekken zijn aangeboden en/of gevoerd met 26% (n=597) van alle ouderen. In totaal vulden 458 patiënten zowel de voor- als de nameting in. Er was geen associatie tussen het gevoel van de patiënt dat de huisarts hem/haar kent en vertrouwen, zoals beoordeeld op de voormeting, en het wel of niet hebben van ACP-gesprekken gedurende implementatie.
Voor de mensen die een ACP gesprekken hebben gevoerd aan het eind van de implementatieperiode was het vaker zo dat het vertrouwen gelijk bleef of hoger was na implementatie (vertrouwen dat huisarts goede zorg levert OR 2,93; vertrouwen dat huisarts wensen volgt OR 2,59), vergeleken met patiënten die geen ACP-gesprek hadden.
Conclusie/aanbevelingen
We vonden geen aanwijzingen voor het hebben van vertrouwen als voorwaarde voor ACP-gesprekken, maar wel dat het hebben van ACP-gesprekken een positieve invloed kan hebben op de arts-patiënt relatie.
Relevantie voor praktijk
- Een goede arts-patiënt relatie vooraf lijkt geen vereiste voor het beginnen met ACP-gesprekken. Of dit komt door het hoge niveau van het vertrouwen in huisartsen in Nederland of dat ACP-gesprekken ook goed gevoerd kunnen worden door ‘nieuwe’ zorgverleners (bijvoorbeeld na wisseling van huisarts of verandering van setting), is uit ons onderzoek niet duidelijk geworden.
- In ons onderzoek zagen we vooral een daling in vertrouwen bij patiënten die geen ACP-gesprek gevoerd hadden (in plaats van een stijging van vertrouwen bij patiënten die wel ACP-gesprekken gevoerd hadden). Het bespreken van wensen en zorgen is belangrijk voor patiënten en mogelijk verwachten ze dat hun huisarts een opening biedt voor gesprekken hierover.
Naar de publicatie
Van Der Plas, A.G.M., Schellekens, J, E.A.P., Glaudemans, J.J., Onwuteaka-Philipsen, B.D. (2022) The patient's relationship with the General Practitioner before and after Advance Care Planning: pre/post-implementation study. BMC Geriatr. 22(1);558.