Kerncijfers: Palliatieve Zorg in de huisartsenpraktijk
Publicatie

Kerncijfers: Palliatieve Zorg in de huisartsenpraktijk

  • Datum publicatie 8 augustus 2024
  • Organisatie PZNL en IKNL
Voor vragen, neem contact op met:
Nienke van Velzen IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland)
Laatst geactualiseerd: 8 augustus 2024

 

De huisarts vervult een belangrijke rol bij het verlenen van palliatieve zorg in de thuissituatie en heeft een zorg-, coördinatie- en gidsfunctie. 

In de SentiMELC studie worden gegevens verzameld over zorg in de laatste levensfase. Deze worden geregistreerd door huisartsen die aangesloten zijn bij de zogenoemde ‘huisartsenpeilstations ’. Uit de jaren 2021 en 2022 zijn gegevens geselecteerd van 478 patiënten van wie het overlijden niet plotseling en onverwacht was. Van deze patiënten had 48% kanker, 20% orgaanfalen, 21% ouderdom of dementie en 11% een overige doodsoorzaak.

Onderwerpen besproken met patiënt en naasten

De huisarts kan spreken over het levenseinde met zowel de patiënt als de naasten. Er wordt relatief vaak gesproken over het naderende levenseinde met patiënten met kanker (81%) en hun naasten (81%). Bij patiënten met dementie of ouderdom wordt vaker gesproken met de naasten (78%) dan met de patiënt zelf (55%). Er wordt vaker gesproken over opties voor levenseindezorg met patiënten met kanker (76%) en hun naasten (73%) dan met patiënten met orgaanfalen (57%) en hun naasten (48%).

Belangrijke behandeldoelen

Huisartsen konden van zowel curatie als levensverlenging en palliatie aangeven in hoeverre dit een belangrijk behandeldoel was. Vanaf 3 maanden voor overlijden noemen huisartsen palliatie het vaakst als belangrijk behandeldoel. Dit geldt met name voor patiënten met dementie of ouderdom (83%) of kanker (77%) en in mindere mate voor patiënten met orgaanfalen (56%). Naarmate het overlijden nadert, krijgen palliatieve behandeldoelen steeds meer nadruk, terwijl curatieve en levensverlengende behandeldoelen steeds minder vaak belangrijk zijn. Hetzelfde patroon van toenemend belang van palliatie was zichtbaar in de periode van 2009-2011 (artikel). In de laatste week voor overlijden zijn curatieve en levensverlengende behandeldoelen minder belangrijk geworden bij patiënten met kanker (respectievelijk 3% en 11%), terwijl deze voor één op de drie patiënten met orgaanfalen nog als belangrijk behandeldoel worden aangegeven door de huisarts (respectievelijk 25% en 31%).

Multidisciplinair overlegmoment

Voor de helft van de patiënten (48%) geldt dat er in de laatste levensmaand een multidisciplinair overleg heeft plaatsgevonden waar de huisarts bij betrokken was. Dit was het minst vaak het geval voor patiënten met orgaanfalen (34%) en vaker voor patiënten met kanker (53%) en dementie of ouderdom (56%).

Palliatieve zorg verleend tot aan overlijden

De huisarts heeft aan driekwart van de patiënten met kanker (78%) en dementie of ouderdom (74%) palliatieve zorg verleend tot aan het overlijden van de patiënt. Voor de patiënten met orgaanfalen was dit maar voor de helft (51%) van de patiënten het geval. Wel is dit een toename in vergelijking met de periode van 2009 tot 2011, waarin de huisarts minder vaak palliatieve zorg verleende aan patiënten met orgaanfalen (38%) en dementie of ouderdom (64%) (artikel).

Overlijden op locatie van voorkeur

Patiënten die overleden aan kanker, overleden vaak op de voorkeurslocatie zoals bekend bij de huisarts (82%). Dit geldt in mindere mate voor patiënten die overleden aan orgaanfalen (61%) of aan dementie of ouderdom (77%).

Patiënten die overleden aan kanker of orgaanfalen overleden het vaakst thuis, respectievelijk 67% en 46%. Patiënten die overleden aan dementie of ouderdom overleden ook het vaakst thuis (42%), maar bijna net zo vaak in een verzorgings- of verpleeghuis (41%).

De meerderheid (94%) van de patiënten die thuis overleed, had bij de huisarts aangegeven dat dit hun voorkeurslocatie was. Dit geldt ook voor ongeveer driekwart van de patiënten die in een hospice of palliatieve unit (79%) of een verzorgings- of verpleeghuis (72%) overleed. Van slechts ongeveer de helft (52%) van de patiënten die in het ziekenhuis overleed, was dit de voorkeurslocatie volgens de huisarts.

Voor het opstellen van de pagina is informatie gebruikt van de resultaten uit 2021 en 2022 van de SentiMELC studie en van dit artikel van Evans et al.

Voor vragen, neem contact op met:
Nienke van Velzen IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland)
Laatst geactualiseerd: 8 augustus 2024
Niet gevonden wat je zocht?
Mail de redactie
Mail de redactie met jouw evenement, nieuws of tool waar anderen baat bij kunnen hebben. Suggesties of klachten over informatie zijn ook zeer welkom. Met jouw inbreng kunnen we Palliaweb verbeteren.