Vraag en antwoord
Praktisch
Nieuwe leden en andere wijzigingen t.a.v. deelnemers of deelnemer gegevens van uw PaTz groep kunt u doorgeven via het wijzigingsformulier.
Wijzigingen rondom deelnemers van PaTz groepen kunnen door (waarnemend) voorzitters worden doorgegeven. Staat u niet geregistreerd als (waarnemend) voorzitter? Neem dan contact op met info@patz.nu.
Stichting PaTz krijgt soms vragen over PaTz groepen die hun eigen functioneren willen evalueren. Kan dat, en zo ja, hoe?
Het kan heel nuttig zijn om het functioneren van de groep met elkaar te bespreken. Dit kan bijvoorbeeld eens per jaar of eens per twee jaar. Mail de onderstaande vragen van tevoren rond zodat de deelnemers zich voor kunnen bereiden. Vraag deelnemers eventueel de antwoorden van tevoren op te schrijven en op schrift meenemen, dit kan helpen om de evaluatie efficiënter te laten verlopen.
De basis hiervoor kan al gelegd worden bij start van PaTz, door bijvoorbeeld in de eerste bijeenkomst het volgende te bespreken:
- Hoe identificeer je nu je palliatieve patiënten? Wat doe je anders in de zorg als je een patiënt geïdentificeerd hebt?
- Voer je wel eens ACP-gesprekken (advance care planning / pro-actieve zorg gesprekken / vroegtijdige zorgplanning)?
- Wat gaat er goed in de palliatieve zorg die jij verleent? Wat gaat er minder goed?
- Als je denkt aan de vier pijlers van palliatieve zorg (lichamelijk en psychisch lijden, sociale problematiek en existentiële vragen / zingevingsvragen), welke heb je dan goed in beeld bij je patiënten? En waar besteedt je de meest aandacht aan in de zorg die je verleent?
- Voor huisartsen: Hoe is nu de samenwerking met de thuiszorg? Waar loop je tegenaan?
- Voor verpleegkundigen / verzorgenden: Hoe is nu de samenwerking met de huisarts? Waar loop je tegenaan?
- Wat verwacht je van de PaTz groep wat betreft onderlinge samenwerking, kennis van palliatieve zorg, en uitkomsten van zorg?
Na een jaar kun je de bovenstaande vragen nog eens in de groep bespreken. Daarnaast kun je de volgende vragen toevoegen:
- Is de samenwerking tussen huisarts en wijkverpleegkundige verbeterd? Wat is wel en wat is nog niet (voldoende) verbeterd?
- Is de zorg verbeterd? Leidt PaTz tot betere kennis en/of kunde? Welke onderwerpen zou je komend jaar op de agenda willen zetten?
- Zet je vroeger palliatieve zorg in voor patiënten, identificeer je meer patiënten (ten opzichte van een jaar geleden)?
- Zijn de taken van de voorzitter en consulent duidelijk? En worden die naar tevredenheid ingevuld? Waar liggen verbeterpunten?
- Hoe is de opkomst bij bijeenkomsten?
- Is er een basis van vertrouwen, kunnen problemen in openheid besproken worden?
- Hoe is de verhouding (in aantal) tussen verpleegkundigen en huisartsen? Neemt iedereen actief deel en brengen alle deelnemers wel eens onderwerpen in ter bespreking?
- Wat zijn jullie goede voornemens voor het komende PaTz jaar?
Vragen mbt de eigen evaluatie van de PaTz groep (Word document)
Als gevolg van de ‘Coronacrisis’ komen PaTz groepen tijdelijk niet fysiek bijeen en zoeken naar alternatieven door middel van beeldbellen. PaTz denkt hierin graag mee en heeft op basis van informatie op internet en ervaringen uit het veld enkele mogelijkheden op een rijtje gezet.
Voor huisartsen geldt dat de PaTz groep als ‘Inter Collegiale Toetsgroep’ geaccrediteerd kan worden.
Voor de individuele (wijk)verpleegkundige die deelneemt aan PaTz groepen, kunnen punten opgevoerd worden binnen het Kwaliteitsregister V&V, onder ‘Overige Deskundigheidsbevorderende Activiteiten’ (ODA ).
Als de PaTz groep werkt met een Excel bestand voor het palliatief zorgregister dan dient dit bewaard te worden op een veilige plek, die voldoet aan de AVG. Dit kan bijvoorbeeld op HAweb. In het Excel bestand worden patiëntgegevens gecodeerd opgeslagen, er staan dus geen:
- namen van patiënten
- geboortedata/leeftijd van patiënten
- geslacht
HAweb is een online platform van het NHG, waar huisartsen kennis, ervaringen en documenten kunnen delen. Op HAweb kan een huisarts een besloten groep aanmaken, waarvoor ook niet-huisartsen uitgenodigd kunnen worden.
Maak eerst een account aan op HAweb als u dat nog niet hebt.
Ga naar ‘groepen’. Rechtsonder staat een groen balkje: ‘maak een groep’.
Volg de stappen:
- Naam PaTz groep
- Provincie
- Groepscategorie
- Vink bij lidmaatschap aanvraag ‘Op uitnodiging(…)’ aan
Nodig vervolgens de overige leden van de PaTz-groep uit:
- HAweb gebruikers
- Niet HAweb gebruikers: via e-mailadres
Om gebruik te kunnen maken van de PaTz Portal dient uw groep aangemeld te zijn bij stichting PaTz via het webformulier. Daarop kan worden aangegeven dat de groep met de PaTz Portal wil gaan werken. Via de mail wordt contact opgenomen om de aanvraag in gang te zetten. Aanspreekpunt is altijd de voorzitter of een vaste contactpersoon van de groep.
Groepen die in het verleden al zijn geregistreerd bij stichting PaTz, kunnen een mail sturen naar info@patz.nu met het verzoek accounts voor de PaTz Portal te krijgen.
Nieuwe leden en andere wijzigingen t.a.v. deelnemers of deelnemer gegevens van uw PaTz groep kunt u doorgeven via het webformulier Changerequest (patzportal.nl)
De beknopte handleiding PaTz Portal schermoverzichten geeft inzicht in de functionaliteit van het PaTz Portal.
Bekijk hier de antwoorden op de meest gestelde vragen over de tweestapsverificatie.
- geeft informatie over de PaTz werkwijze via deze website, maar ook door presentaties op informatiebijeenkomsten of symposia.
- adviseert initiatiefnemers over het opstarten van nieuwe PaTz groepen.
- helpt bij het vinden van een inhoudsdeskundige palliatieve zorg voor de PaTz groep.
- zorgt dat een PaTz ambassadeur een presentatie en begeleiding bij de startbijeenkomst geeft.
- faciliteert de aanvraag van accounts voor de PaTz Portal.
- organiseert de PaTz cursus voor voorzitters (en consulenten) van PaTz-groepen.
- organiseert inspiratiebijeenkomsten en coaching voor bestaande PaTz groepen.
- biedt PaTz groepen mogelijkheid tot het opvragen van spiegelinformatie.
Voor ondersteuning kun je contact met ons opnemen.
Vanuit de praktijk krijgen we regelmatig vragen als:
We hebben al een Multidisciplinair overleg Ouderen, kunnen we PaTz niet tijdens datzelfde overleg doen?
Weer een overleg erbij, kunnen we het combineren?
Het is evident dat veel kwetsbare ouderen op een gegeven moment palliatieve zorg nodig hebben.
Toch zijn er verschillen in doelgroep, doel, deelnemers en inhoud.
PaTz bijeenkomst:
Doelgroep: patiënten met een ongeneeslijke ziekte, waarvan men verwacht dat zij binnen 1 jaar zouden kunnen overlijden.
Doel: tijdig identificeren van de palliatieve fase en anticiperen op te verwachten problemen en zorgvragen. Vergroten van deskundigheid op het gebied van palliatieve zorg en verbeteren van samenwerking en onderlinge ondersteuning.
Inhoud: patiënten in het palliatief zorgregister worden besproken, met als doel een zo ongecompliceerd en comfortabel mogelijk verloop van de palliatieve fase. Daarnaast vindt kennisuitwisseling en bespreking van de samenwerking plaats.
Deelnemers: huisartsen, (wijk)verpleegkundigen, inhoudsdeskundige palliatieve zorg en evt andere eerstelijns zorgverleners.
MDO ouderen:
Doelgroep: ouderen.
Doel: multidisciplinair samenwerken en kennis delen met als doel optimale gezamenlijke behandelplannen te maken.
Inhoud: bespreking van ingebrachte casuïstiek, met als doel zo hoog mogelijke kwaliteit van leven, functioneren en welzijn van de oudere.
Deelnemers: diverse medische en paramedische hulpverleners eerste lijn, welzijn
Uit bovenstaande komt naar voren dat er zeker overeenkomsten zijn (verbeteren van samenwerking, kennisuitwisseling). Het belangrijkste verschil is het perspectief van waaruit men de casus benadert, gechargeerd gezegd; ‘een zo comfortabel mogelijke laatste levensfase’ vs ‘optimaliseren van functioneren en welzijn’.
Dit perspectief is dusdanig verschillend van elkaar dat deze overleggen moeilijk met elkaar te integreren zijn. Wel zijn beide overleggen te combineren; de PaTz bespreking kan voorafgaand of aansluitend aan het MDO Ouderen plaatsvinden. De samenstelling van de deelnemers verandert: bij PaTz komt de inhoudelijk deskundige erbij en worden de patiënten, die in het palliatief zorgregister staan besproken, eventueel gecombineerd met een specifiek onderwerp dat verder uitgediept wordt.
In een casuïstiekbespreking worden een of meer casussen methodisch besproken met als doel om te komen tot een concrete aanpak of behandeling van een zorgprobleem of om de geboden zorg te evalueren en hier inhoudelijk van te leren.
Een PaTz overleg heeft deels het karakter van een casuïstiekbespreking, maar behelst meer dan dat.
Dat komt tot uitdrukking in het adagium ‘Tijdig, Deskundig, Samen!’.
Er wordt meestal een veel groter aantal patiënten kort besproken, met name gericht op de vraag ‘hoe kunnen we het best tijdig anticiperen op mogelijke scenario’s en te verwachten zorgvragen?’. Daarnaast is er ook aandacht voor onderlinge steun bij complexe of emotioneel beladen casuïstiek en wordt er gesproken over het verbeteren van de onderlinge samenwerking.
Sommige PaTz besprekingen hebben meer het karakter van intervisie en er kunnen inhoudelijke presentaties gegeven worden door de consulent palliatieve zorg of op uitnodiging door andere disciplines in de eerste lijn.
De start van een PaTz groep begint met een gemotiveerde huisarts, die draagvlak kan creëren bij collega’s en ‘de kar wil trekken’. Een (wijk)verpleegkundige kan ook het initiatief nemen. Ons advies is dan samen met een huisarts op te trekken.
Een PaTz groep:
-
bestaat uit 6-10 huisartsen en 2-4 wijkverpleegkundigen die lokaal zes keer per jaar bij elkaar komen.
-
wordt begeleid door een inhoudelijk deskundige palliatieve zorg: kaderarts/consulent palliatieve zorg.
-
identificeert vroegtijdig en plant pro-actief de zorg van de patiënt aan de hand van het palliatief zorgregister. In dit register staan de patiënten waarvan de verwachting is dat ze binnen een jaar komen te overlijden.
-
neemt deel aan monitoring voor evaluatie door het Expertisecentrum Palliatieve Zorg VUmc.
Er zijn een aantal ondersteunende documenten beschikbaar om te downloaden:
PaTz staat voor palliatieve zorg thuis
Huisartsen, (wijk)verpleegkundigen en inhoudelijk deskundigen palliatieve zorg werken lokaal nauw samen in een PaTz groep. Samen brengen ze vroegtijdig patiënten in beeld en anticiperen op de zorgbehoefte van de patiënt. Met deze gezamenlijke aanpak neemt de kwaliteit en deskundigheid in de palliatieve zorg thuis toe.
Samenwerking
Om (wijk) verpleegkundigen te stimuleren deel te nemen aan PaTz bijeenkomsten is dit document Deelname PaTz overleg door wijkverpleegkundigen handig om toe te sturen.
Ook weten we uit ervaring dat het enthousiasmerend en ondersteunend werkt om (wijk)verpleegkundigen uit verschillende PaTz groepen met elkaar in contact te brengen.
Doelen zijn o.a. ervaringen uitwisselen, elkaar empoweren, van elkaar leren.
Mocht je hierover vragen hebben dan kun je contact met ons opnemen.
Stichting PaTz stimuleert dat de spirituele dimensie meer aandacht krijgt in de palliatieve zorg in de eerste lijn. Het betrekken van een geestelijk verzorger (GV) bij de PaTz groep is één van de mogelijkheden.
Wil je in contact komen met een GV? Dat kan via het regionale centrum voor levensvragen of vergelijkbare organisatie, zie www.geestelijkeverzorging.nl of via de beroepsvereniging van geestelijk verzorgers.
In de toolkit is meer informatie te vinden over spirituele zorg en geestelijke verzorging.
Kunnen andere eerstelijns zorgverleners aansluiten bij een PaTz groep?
Een PaTz groep bestaat in de kern uit huisartsen, (wijk)verpleegkundigen en een inhoudelijk deskundige op het gebied van palliatieve zorg. Om een veilige omgeving te creëren waarin men zich kwetsbaar kan opstellen, is het van belang dat de PaTz bespreking zoveel mogelijk uit dezelfde deelnemers bestaat. We zijn ervan overtuigd dat andere eerstelijnszorgverleners meerwaarde kunnen bieden in de palliatieve fase, maar het is aan de PaTz groep zelf om te bepalen of ze andere eerstelijns disciplines uitnodigen om zich aan te sluiten bij de PaTz groep.
Toch zien we ook dat er huisartsen/verpleegkundigen zijn die niet voldoende op de hoogte zijn van wat de toegevoegde waarde van andere zorgverleners (formeel en informeel) in de palliatieve fase kunnen zijn. De PaTz groep kan hen als gast uitnodigen om informatie te geven over werkwijze in de palliatieve fase. Denk bijvoorbeeld aan apothekers, geestelijk verzorgers of een coördinator Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). Meer informatie: Verbreden PaTz groep
Zie ook het nieuwsbericht: Samenstelling PaTz groepen en aanwezigheid van andere disciplines (naast huisarts en wijkverpleegkundige) in PaTz groepen.
Tijdig markeren palliatieve fase
Wanneer kun je bij wie terecht? Wat voor vragen kun je verwachten? Met wie kun je samenwerken als het gaat om vragen op het sociaal, psychisch of lichamelijk gebied, en over zingeving?
Als hulpmiddel bij het werk op het gebied van de palliatieve benadering heeft Agora een aantal infographics ontwikkeld. Ze zijn bedoeld voor mensen die alleen of samen met hun collega’s willen nadenken en werken aan bewustwording over de palliatieve fase.
De huisartsen en wijkverpleegkundigen van een PaTz groep vermelden hun patiënten waarvan de verwachting is dat zij binnen een jaar zouden kunnen overlijden, in het palliatief zorgregister (PZR).
Het register vormt feitelijk de bespreeklijst van de PaTz bijeenkomsten: over welke patiënten hebben we het en hoe staan ze ervoor?
Per patiënt worden een aantal gegevens vermeld, voor zover die relevant zijn voor de PaTz bespreking.
Verder wordt aan iedere patiënt een kleur toegekend die de intensiteit en urgentie van de zorgbehoeften weergeeft. Een verandering van kleur kan aanleiding zijn om de patiënt op de volgende bijeenkomst te bespreken.
De meeste PaTz groepen gebruiken de webapplicatie PaTz Portal voor het bijhouden van hun PZR. De overige groepen gebruiken veelal een Excelbestand als PZR dat op HAweb wordt opgeslagen.
In de PaTz bespreking wordt een aantal patiënten kort besproken, worden enkele intensieve of complexe casussen uitgebreider besproken en wordt de zorg rond de overleden kort geëvalueerd.
We weten dat veel patiënten psychische problemen ervaren en existentiële vragen hebben en dat die vaak al vanaf de diagnose van een levensbedreigende ziekte spelen.
Ook weten we dat in de palliatieve fase bepaalde symptomen en complicaties kunnen optreden, die soms voorzien, maar niet nauwkeurig voorspeld kunnen worden. Door tijdig in gesprek te gaan met patiënt en naasten om waarden, wensen en behoeften en keuzemogelijkheden bespreekbaar te maken, kan voorkomen worden dat palliatieve zorg verwordt tot crisismanagement.
In de praktijk blijkt dat huisartsen en (wijk)verpleegkundigen de neiging hebben om patiënten eerder later dan vroeger te identificeren als ‘palliatief. Dit kan verband houden met de verwarring met de terminale fase: de palliatieve fase kan namelijk langer dan een jaar duren, bij een chronische ziekte zelfs jaren. Ook kan de onbekendheid of schroom om moeilijke of confronterende gesprekken aan te gaan en de vrees dat patiënten hoop wordt ontnomen.
De steun van een PaTz groep en de expertise van de inhoudsdeskundige dragen bij aan de bewustwording dat een patiënt mogelijk binnen een jaar kan komen te overlijden (identificatie; herkenning en markering van de palliatieve fase met behulp van oa de surprise question) en op welke scenario’s en problemen er mogelijk geanticipeerd kan worden (proactieve zorgplanning).
Bekijk het document Aanvragen voor het verzorgen van workshops/presentaties op symposia.
Vergoeding
De bekostiging van deelname aan PaTz groepen staat hoog op de agenda van het bestuur van stichting PaTz en het landelijk team PaTz. Helaas is bekostiging van de PaTz groep bijeenkomsten -nog steeds- niet structureel geregeld en veelal niet kostendekkend. Huidige financieringsvormen, zoals de S3 gelden of de regioprestatie voor de bekostiging van de huisarts, zijn van tijdelijke aard. En veelal kan de wijkverpleegkundige geen kosten declareren voor deelname aan de PaTz bijeenkomsten.
De NZa geeft in het rapport ‘Samenwerken in de palliatieve zorg. Zorg rondom de patiënt (2018)’ aan dat er binnen de huidige bekostiging al veel mogelijk is, maar dat de uitvoering daarvan niet eenvoudig is: ‘bekostiging is monodisciplinair ingericht en zeker het bekostigen van (transmurale) samenwerking en coördinatie is een complexe aangelegenheid’. Bekostiging van de palliatieve zorg / PaTz groepen is dan ook complex, mede omdat het over de -financiële- schotten in de zorgsector heen gaat.
Het landelijk project TAPA$ (ondersteund door PZNL) heeft zeven initiatieven in transmurale palliatieve zorg. Dit project beoogt inzichtelijk te maken wat de kwaliteit van zorg is in de zeven geselecteerde initiatieven en hiervoor passende bekostiging te ontwikkelen. Lees hier meer informatie over dit project
Stichting PaTz is nauw betrokken bij dit project en op dit moment vinden in twee regio’s gesprekken met de zorgverzekeraar plaats om vanuit PaTz te onderzoeken of aangesloten kan worden bij een landelijke beleidsregel innovatie die door de NZa is afgegeven op 1 januari jl. (looptijd van drie jaar). Helaas blijkt de praktijk redelijk weerbarstig om te kunnen komen tot goede, haalbare en in de praktijk uitvoerbare afspraken.
Eén en ander neemt niet weg dat wij ons blijven inzetten voor een structurele financiering van PaTz groepen, o.a. via VWS en andere gremia.
Hiertoe hebben wij de inzet en ervaringen vanuit de PaTz groepen nodig. Dit, zodat wij blijvend de toegevoegde waarde van PaTz groepen en haar bewezen effectiviteit kunnen onderbouwen en uitdragen om zo de palliatieve zorg in de eerste lijn zo goed mogelijk te laten verlopen.
Als de inhoudelijk deskundige PZNL-consulent is, dan is de vergoeding geregeld via PZNL.
PZNL betaalt de vergoeding aan de (werkgever van de) consulent.
Als de inhoudelijk deskundige geen PZNL consulent is, maar wel kaderhuisarts palliatieve zorg is (geregistreerd in CHBB) dan kan met PZNL overlegd worden voor vergoeding.
Van de kaderhuisarts palliatieve zorg wordt verwacht dat hij/zij:
- Kennis heeft van de sociale kaart in de regio en werkcontacten heeft met deze disciplines
- Gericht is op afstemming met alle ketenpartners, in het bijzonder het ziekenhuis.
- Het gebruik van het consultatieteam stimuleert.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met info@patz.nu
De afgelopen jaren zijn er in diverse regio’s (tijdelijke) regelingen geweest met innovatiegelden vanuit zorgverzekeraars. Dit betrof veelal een opslag op het tarief per ingeschreven patiënt (€ 0,55 per patiënt) of de mogelijkheid om per (met een opgeleide kaderarts palliatieve zorg in de PaTz groep) besproken patiënt de verrichting ‘13033; Palliatieve consultatie, telefonisch’ te declareren.
Stichting PaTz beschikt niet over een actueel overzicht van nog geldende regelingen; neem hiervoor contact op met uw regionale contactpersoon van afdeling zorginkoop.
Privacy
In de PaTz groepen wordt informatie over patiënten gedeeld met als doel goede zorg en hulpverlening aan de patiënt. Uit het veld kwam de vraag of dat wel kan, met het oog op de privacy.
Overleg met KNMG leert het volgende: ten behoeve van multidisciplinair casusoverleg zijn er spelregels. Uitgangspunten zijn dat iedere discipline/organisatie zich houdt aan:
-
het beroepsgeheim
-
het eigen privacyreglement
Het doel van het PaTz overleg, goede zorg en hulpverlening, is vastgesteld. Dan is relevante doelgerichte bespreking met vermelding van de naam van de patiënt toegestaan als de patiënt hiermee heeft ingestemd.
Als een patiënt opgenomen wordt in het palliatief zorgregister van de PaTz groep, dient hij/zij hierover geïnformeerd te worden. Dat kan bijvoorbeeld gevraagd worden middels de volgende vraag: “Om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen wil ik graag kunnen overleggen met collega’s en wijkverpleegkundigen over uw situatie. We komen regelmatig bijeen en overleggen dan aan de hand van een bespreeklijst, waarop dan ook uw naam en enkele gegevens over uw situatie komen te staan. Vindt u dat goed?”.
Voor groepen die werken met het Excelbestand op HAweb als palliatief zorgregister (PZR) ligt het iets ingewikkelder, aangezien HAweb niet is bedoeld voor het delen van persoonsgegevens van patiënten.
Het is toegestaan om het PZR en andere informatie over patiënten te delen, maar deze gegevens dienen geanonimiseerd te worden. Dat kan onhandig zijn bij de voorbereiding van een overleg of bij het inbrengen van nieuwe patiënten. Een mogelijke oplossing hiervoor is om in het PZR geen naam op te nemen, maar wel een code te geven.
De bedoeling is dat elke huisarts/(wijk)verpleegkundige zelf een lijstje maakt van zijn patiënten en bijbehorende codes. De codes worden gebruikt om de patiënt aan te duiden in het register. Het spreekt voor zich dat dit lijstje op een veilige plek opgeslagen dient te worden.
Omdat het erg onhandig is tijdens het PaTz overleg over codes te praten, kan de PaTz deelnemer de codes met namen naar de andere deelnemers mailen of, handiger misschien, een lijstje met codes en namen meenemen, zodat er tijdens het PaTz overleg over mensen kan worden gepraat.
De PaTz Portal voldoet aan de eisen van de AVG.
Voor het gebruik van de PaTz Portal is het niet nodig dat individuele eindgebruikers een verwerkersovereenkomst afsluiten met de aanbieder van de PaTz Portal.
De PaTz Portal bevat ‘bijzondere persoonsgegevens’, waarmee zeer zorgvuldig omgegaan dient te worden:
- bewaar uw inlogcodes op een veilige plek.
- laat nooit iemand anders van uw inlogcodes gebruik maken.
- log uit of sluit het scherm af voordat u wegloopt bij de pc, als u met de portal aan het werk bent.
- gebruik de PaTz Portal niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze bedoeld is.