Hoe herken ik hartfalen patiënten met palliatieve zorgbehoeften?
Elke huisarts heeft patiënten met hartfalen in de praktijk. Het is moeilijk in te schatten wat de levensverwachting van de individuele patiënt met hartfalen is; wel is bekend dat bij NYHA klasse III en IV de helft van de patiënten binnen een jaar na diagnose overlijdt.
Als je, gezien de conditie van de patiënt, niet verbaasd zou zijn als hij of zij komend jaar komt te overlijden, ga dan met de patiënt in gesprek over de gewenste zorg.
Een (her)opname i.v.m. hartfalen, een brief van de cardioloog, maar ook toegenomen afhankelijkheid, gewichtsverlies of ernstige co-morbiditeit, kunnen aanleiding zijn voor zo’n gesprek.
Het Expertisecentrum Palliatieve zorg van het MUMC+ heeft een hulpmiddel ontwikkeld om patiënten met hartfalen en palliatieve zorgbehoeften beter te kunnen helpen: I-HARP, bestaande uit:
- Open voorbeeldvragen om het gesprek te starten
- Screeningsvragen en optionele doorvraagsuggesties om palliatieve zorgbehoeften te signaleren,
- Advies voor de zorgverlener over te ondernemen (interdisciplinaire) acties.
I-HARP helpt je de richtlijn ‘Palliatieve zorg bij gevorderd hartfalen NYHA-klasse III-IV’ op Pallialine in de praktijk te brengen.
Suggestie voor werkvorm in de PaTz groep
- De voorzitter of consulent van de groep vraagt voorafgaand aan de PaTz bijeenkomst minimaal 2 patiënten met hartfalen in het zorgregister/ de PaTz Portal op te nemen. Huisartsen kunnen eventueel in het HIS te zoeken naar ICPC K77.
- Deel tijdens de PaTz bijeenkomst een geprinte versie van de I-HARP uit. Bespreek in tweetallen (liefst huisarts en wijkverpleegkundige die patiënt beiden kennen samen) in hoeverre jullie de signaleringsvragen van I-HARP voor de betreffende patiënt kunnen beantwoorden. Bespreek of, en zo ja wie (huisarts, wijkverpleegkundige, hartfalenverpleegkundige die bij patiënt komt, POH) met de patiënt in gesprek gaat aan de hand van I-HARP.
- Wissel in de volgende PaTz bijeenkomst ervaringen met I-HARP uit.