Versterking palliatieve zorgteams ziekenhuizen nodig door toename palliatieve zorgbehoeften
Palliatieve zorg wordt steeds beter geïntegreerd in de zorg in ziekenhuizen. Dit blijkt uit een nieuw rapport van IKNL, ‘Palliatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen 2023’. Dit is belangrijk, omdat er steeds meer patiënten zijn met complexe zorgvragen in de laatste levensfase. Het onderzoek, dat iedere drie jaar wordt uitgevoerd, is gebaseerd op gegevens van 58 Nederlandse ziekenhuizen.
Palliatieve zorgbehoefte beter in beeld bij ziekenhuizen
Het rapport laat zien dat palliatieve zorgbehoefte steeds meer in beeld is bij ziekenhuizen. Driekwart van de ziekenhuizen screent regelmatig op deze zorgbehoeften bij poliklinische patiënten. Ook wordt er steeds vaker gekeken naar symptomen bij patiënten in de palliatieve fase. Het gebruik van het Utrecht Symptoom Dagboek (USD-4D) neemt toe. Bovendien verrichten veel teams palliatieve zorg (PZ) poliklinische consulten en sommige ziekenhuizen hebben een spreekuur voor palliatieve zorg. Dit helpt om patiënten sneller door te verwijzen naar het team voor betere zorg.
Positie teams PZ verbeterd
De positie van de teams PZ binnen de ziekenhuizen wordt sterker. Het aantal klinische consulten is gestegen, maar het aantal consulten is nog relatief laag in verhouding tot het totaal aantal ziekenhuisopnames. Dit betekent dat niet alle patiënten met complexe palliatieve zorgbehoeften voldoende worden gezien door het team PZ. Daarom is het belangrijk om meer te investeren in de capaciteit van deze teams en hen vaker in te schakelen, zodat ze tijdig kunnen helpen.
Complexere zorgvraag
De stijging in het aantal consulten kan ook komen doordat de zorgvraag complexer wordt. Nieuwe behandelingen en langere levensverwachtingen zorgen ervoor dat patiënten met ongeneeslijke ziekten vaker hulp nodig hebben. Toch kan het ook zijn dat de teams PZ soms onterecht worden ingeschakeld voor patiënten die eigenlijk genoeg hebben aan generalistische palliatieve zorg. Het is belangrijk dat zorgverleners meer kennis krijgen over palliatieve zorg, zodat ze basiszorg zelf kunnen bieden en de teams PZ zich kunnen richten op de complexere gevallen.
Meer transmurale samenwerking
Er is ook meer samenwerking tussen ziekenhuizen en huisartsen, wat positief is voor de integratie van palliatieve zorg buiten het ziekenhuis. Meer teams PZ werken samen met huisartsen en andere zorgverleners in de eerste lijn. Toch is er nog verbetering mogelijk in de samenwerking, vooral bij het gesprek over de wensen en grenzen van patiënten in de laatste levensfase. Dit gesprek, ook wel proactieve zorgplanning genoemd, wordt in veel ziekenhuizen nog niet systematisch gevoerd.
Proactieve zorgplanning beter inbedden
In een enquête werd voor het eerst expliciet gevraagd naar proactieve zorgplanning. Slechts één op de drie ziekenhuizen heeft dit als vast onderdeel in het zorgbeleid voor patiënten met palliatieve zorgbehoeften. Volgens het Integraal Zorgakkoord zouden gesprekken over behandelwensen en keuzes met alle palliatieve patiënten en hun naasten moeten plaatsvinden. Toch meldt 42% van de PZ-teams dat dergelijke gesprekken niet structureel worden gevoerd, vaak door complexiteit, beperkte communicatievaardigheden en financiering. Twee derde van de teams biedt echter scholing aan zorgverleners over proactieve zorgplanning. Ziekenhuizen wordt geadviseerd te investeren in deskundigheidsbevordering via scholing in palliatieve zorg.